Pallister-Hall syndroom
Omschrijving
Pallister Hall syndroom is een aandoening die invloed heeft op de ontwikkeling van vele delen van het lichaam. De meeste mensen met deze aandoening hebben extra vingers en/of tenen (polydactyly) en de huid tussen enkelen vingers en/of tenen is samengesmolten (syndactyly).
Verder is een abnormale groei van de hersenen (hypothalamische hamartoma) kenmerkend voor deze aandoening. In veel gevallen veroorzaakt deze groei geen medische problemen, maar sommige hypothalamische hamartomas kunnen leiden tot epileptische aanvallen of hormonale afwijkingen die met name in de kinderjaren levensbedreigend kunnen zijn.
Andere kenmerken van Pallister Hall syndroom zijn een misvorming van de luchtwegen (gespleten strotteklep), verstopping van de anale opening (imperforate anus) en nierafwijkingen. Hoewel de symptomen van Pallister Hall varieren van mild tot ernstig, slechts een klein percentage heeft ernstige complicaties. Deze aandoening is zeer zeldzaam.
Genetisch profiel
Pallister Hall syndroom wordt veroorzaakt door mutaties in het GLI3 gen. Het GLI3 gen bevat instructies voor het maken van een eiwit, dat de genexpressie controleert. Dat is een proces dat regelt of genen worden in-of uitgeschakeld in speciale cellen. Door de interactie met bepaalde genen op een bepaald moment tijdens de ontwikkeling, speelt het GLI3 gen een rol in het ontstaan / ontwikkeling van vele organen en weefsels voor de geboorte.
Mutaties die Pallister Hall veroorzaken, zijn doorgaans mutaties die leiden tot een productie van een abnormaal korte versie van het GLI3 eiwit. In tegenstelling tot en normaal GLI3 eiwit, dat genen zowel in als uit kan schakelen, kan het verkorte eiwit alleen maar genen uitschakelen. Onderzoekers zijn nog bezig om te bepalen hoe deze verandering in het eiwit de prenatale ontwikkeling beinvloedt. Tot op heden blijft onzeker op welke manier de muatie in het GLI3 gen, kan leiden tot polydactyly, hypoyhalmische hamartoma en andere kenmerken ven Pallister Hall.
Men gaat er van uit dat Pallister Hall syndroom wordt doorgegeven via een autosomaal dominant patroon en dat een gewijzigde exemplaar van het GLI3 gen in iedere cel voldoende is om de aandoening te veroorzaken. In sommige gevallen hebben mensen het overgeerft van een ouder die ook Pallister Hall syndroom heeft. In andere gevallen was er niets bekend in de familiegeschiedenis over het syndroom.
Bron:[www.ghr.nlm.nih.gov]